Minister Koolmees maakt langverwacht accountantsprotocol eindafrekening NOW 1 bekend
Minister Koolmees maakt langverwacht accountantsprotocol eindafrekening NOW 1 bekend
Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft het accountantsprotocol voor de eindafrekening van de NOW 1 gepubliceerd dat hij de afgelopen tijd samen met de NBA heeft uitgewerkt. Vanaf begin oktober, het UWV streeft naar 7 oktober, kunnen bedrijven de eindafrekening aanvragen.
Rekening houden met verschillen
Er is grote verscheidenheid in de bijna 140.000 bedrijven die de NOW-subsidie uit het eerste noodpakket tussen 6 april en 5 juni hebben aangevraagd. Zestig procent van de bedrijven die NOW heeft ontvangen heeft minder dan 10 werknemers in dienst. Tegelijk gaat bijna zeventig procent van het totale subsidiebedrag dat in NOW 1 is overgemaakt naar tien procent van de bedrijven; zij kregen een voorschot van 100.000,- euro of meer. Daarom wordt er bij de eindafrekening van de NOW rekening gehouden met deze verschillen, meldt minister Koolmees. Grote bedrijven met veel subsidie krijgen een uitgebreide controle, terwijl tegelijkertijd het doel is om te voorkomen dat de administratieve lastendruk kleine bedrijven boven het hoofd groeit.
Gradaties in vereiste intensiteit van de controle
Minister Koolmees en de NBA willen met het accountantsonderzoek een redelijk midden houden tussen de administratieve lastendruk en het risico op oneigenlijk gebruik en fraude. Daarom is gekozen voor verschillende gradaties in de vereiste intensiteit van de controle voor de eindafrekening.
Kamerbrief accountantsprotocol NOW 1 (pdf)
Accountantsprotocol NOW 1 (pdf)
In de brief aan de Tweede Kamer gaat de minister onder anderen nader in op die differentiatie, de omgang met niet-goedkeurende verklaringen, de derdenverklaring en opzettelijke regelovertreding:
Ongeveer de helft van de organisaties die NOW hebben aangevraagd heeft naar verwachting, vanwege de grootte van hun onderneming, geen verplichte accountantscontrole voor de jaarrekening. Voor deze ondernemingen schrijf ik dan ook geen accountantsonderzoek voor dat past bij een wettelijke accountantscontrole. Zij zouden daar niet aan kunnen voldoen, en dit zou dan ook tot problemen bij het vaststellen van de subsidie leiden. Bij subsidiebedragen tot €375.000,- subsidie volstaat bij deze ondernemingen daarom een aan assurance verwante opdracht (samenstellingsverklaring). De onderneming dient in dat geval bij de aanvraag tot vaststelling een samenstellingsverklaring van een accountant bij te voegen. Bij een samenstellingsverklaring levert de onderneming de financiële gegevens aan en stelt de accountant het financiële overzicht samen, maar verstrekt hierbij geen zekerheid omtrent de gegevens in de aanvraag tot vaststelling. De accountant verricht hierbij wel aanvullende werkzaamheden om de door SZW geïdentificeerde specifieke risico’s van de NOW te adresseren. Hierdoor kunnen kleinere ondernemers een accountantsonderzoek regelen dat past bij de grootte van hun organisatie, en daarmee staan de accountantskosten in verhouding tot de hoogte van de subsidie. Vanaf €3 75.000,- subsidie wordt bij deze niet voor de jaarrekening controleplichtige ondernemingen een accountantsproduct verlangd waarbij de accountant wel zekerheid (assurance) afgeeft. Dit bedrag is driemaal het bedrag waarvoor regulier op grond van het Uniform subsidiekader een accountantscontrole wordt voorgeschreven. Gezien de hoogte van het subsidiebedrag is een intensiever onderzoek hier gerechtvaardigd. Dit betekent dat een accountant een assurance-rapport met een beperkte mate van zekerheid dient af te geven. Bij een dergelijk rapport geeft een accountant aan dat hij niets heeft geconstateerd dat de gegevens in de aanvraag tot vaststelling van de onderneming in twijfel trekt. Bij de verantwoording van de NOW-subsidie wordt wel een intensievere risico-analyse en meer werkzaamheden op basis van deze analyse van de accountant gevraagd dan regulier bij deze rapporten geldt.
Controleplichtige ondernemingen zijn bekend met de jaarrekeningcontrole door accountants. Van deze ondernemingen wordt daarom een intensiever accountantsonderzoek verwacht. Dat betekent niet dat hier onverkort dezelfde accountantscontrole als de jaarrekeningcontrole wordt toegepast. De NOW kent immers specifieke uitdagingen, zoals de afbakening van een driemaandsperiode in plaats van een jaarlijkse controle, maar ook door SZW geïdentificeerde specifieke risico’s ten aanzien van de omzet en de loonsom waar een accountant extra alert op moet zijn. Ook hierbij is een afweging gemaakt tussen de hoogte van het subsidiebedrag en de intensiteit van het accountantsonderzoek. Daarom wordt bij controleplichtige organisaties die een subsidie van minder dan €375.000,- ontvangen een assurance-rapport met een beperkte mate van zekerheid gevraagd, met een intensievere risico-analyse en werkzaamheden op basis van deze analyse door de accountant, net als bij eerdergenoemde niet-controleplichtige ondernemingen met een subsidiebedrag vanaf €375.000,-. Op deze manier wordt rekening gehouden met de specifieke omstandigheden waarin veel organisaties zich bevinden, namelijk dat in deze crisistijden bepaalde processen en procedures in organisaties anders kunnen verlopen dan in een reguliere situatie.
Vanaf €375.000,- subsidie wordt van controleplichtige organisaties verwacht dat zij, gezien de grootte van de onderneming en de hoogte van het subsidiebedrag, extra zorgvuldigheid betrachten in hun administratieve processen en interne procedures. Zeker omdat zij regulier door de accountant worden gecontroleerd voor hun jaarrekening. Daarom wordt van hen een assurance-rapport met een redelijke mate van zekerheid verlangd. Dit betreft een onderzoek met dezelfde mate van zekerheid als een reguliere jaarrekeningcontrole, toegespitst op een controle op de NOW-subsidie.
Tenslotte zijn er nog organisaties (werkmaatschappijen) die een aanvraag hebben ingediend op basis van artikel 6a van de regeling. Gezien de aanvullende risico’s samenhangend met de aanvullende voorwaarden wordt van deze organisaties altijd een assurance-rapport met een redelijke mate van zekerheid verlangd.
Dit leidt tot de volgende differentiatie:
Op basis van deze differentiatie is het accountantsprotocol tot stand gekomen dat u als bijlage bij deze brief ontvangt. Dit protocol zal worden vastgesteld als bijlage van de NOW 1-regeling.
Deze gerichte aanpak, waarbij rekening is gehouden met de aard van de organisaties die subsidie hebben aangevraagd, de hoogte van de subsidie en de hoeveelheid verantwoordingen, heeft ook ten grondslag gelegen aan de nieuwe Standaarden die de NBA heeft ontwikkeld specifiek voor de NOW-subsidie. Deze Standaarden worden de komende weken voor consultatie voorgelegd aan de leden en daarna vastgesteld voor het loket voor de vaststelling van de subsidie naar verwachting op 7 oktober 2020 opent.
Omgang met niet-goedkeurende verklaringen
Op basis van deze accountantsonderzoeken kunnen het UWV en ik vertrouwen op de subsidieverantwoording die de onderneming tezamen met een goedkeurende accountantsverklaring indient. Dit is anders als een onderneming een niet-goedkeurende accountantsverklaring indient, dat wil zeggen een verklaring met beperking, een verklaring van oordeelonthouding of een afkeurende verklaring. Op grond van de regeling dient een werkgever een zodanig controleerbare administratie te voeren dat alle voor de vaststelling van de subsidie van belang zijnde gegevens kunnen worden nagegaan (artikel 13, eerste lid, onderdeel e, van de regeling). In de gevallen dat de accountant geen goedkeurende verklaring kan afgeven is hier niet aan voldaan, of is inhoudelijk in strijd met de regeling gehandeld en zijn er logischerwijs gevolgen voor de subsidie.
Bij een verklaring met beperking heeft een organisatie een te grote fout of onzekerheid in haar omzetverantwoording om de accountant een goedkeurende verklaring af te laten geven. In dat geval wordt van de accountant gevraagd de onzekerheden en fouten in de verklaring op te nemen en hiervoor een pro forma berekening te maken voor de gevolgen van de omzetdaling op grond van het accountantsprotocol. Op grond hiervan zal het UWV fouten en onzekerheden in de aanvraag corrigeren. Indien een accountant een afkeurende verklaring afgeeft zal de subsidie op nihil worden gesteld en het uitgekeerde voorschot in zijn geheel worden teruggevorderd.
Ook zal de subsidie niet conform aanvraag worden vastgesteld indien een accountant een verklaring van oordeelonthouding afgeeft. Van organisaties die een assurance-rapport met een redelijke mate van zekerheid nodig hebben (categorieën IV en IVa) mag vereist worden dat zij een controleerbare administratie en een toereikende administratieve organisatie hebben die qua omvang groot genoeg is om o.a. controletechnische functiescheidingen te hebben. Bij een oordeelonthouding heeft de accountant echter niet kunnen vaststellen dat de omzet in de meetperiode volledig is en hiermee dat het percentage omzetdaling voor de NOW-subsidie juist is, omdat hij zich onvoldoende een oordeel kon vormen over de controleerbaarheid en betrouwbaarheid van deze administratie of de toereikendheid van de administratieve organisatie. Hij heeft daarover niet voldoende en geschikte assurance-informatie kunnen verkrijgen. In deze gevallen kan de subsidieverstrekker (SZW) zich daarom ook geen oordeel vormen over de juistheid van de gegevens van de aanvraag tot vaststelling, nu zelfs de accountant bij het onderzoek ter plaatse zich niet kan uitspreken over de omzet en omzetdaling. Een werkgever heeft zich in die gevallen niet voldoende aan zijn subsidieverplichting kunnen houden of gehouden een controleerbare administratie te voeren die verwacht kan worden bij de grootte van de onderneming en de omvang van het subsidiebedrag.
Uitgangspunt is dat er bij een oordeelonthouding onvoldoende zekerheid over de rechtmatigheid van de toegekende subsidie en het uitbetaalde subsidievoorschot kan worden verleend, en dat dit leidt tot een nihil-vaststelling van de subsidie. Een dergelijke nihilstelling zal ook plaatsvinden als de accountant een oordeelonthouding bij een assurance-rapport met een beperkte mate van zekerheid afgeeft (categorieën II en III). In dat geval kan de accountant ook met die beperkte mate van zekerheid zelfs geen conclusie vormen over de plausibiliteit van de gegevens met betrekking tot de netto-omzet. Vanwege het belang van rechtmatigheid wordt het subsidievoorschot dan teruggevorderd. Dit is van belang voor de rechtmatigheid van onderhavige subsidieregeling, maar ook voor het vertrouwen van het algemene publiek in de uitgaven die deze omvangrijke subsidieregeling met zich meebrengen. Steun van deze regelingen is mede afhankelijk van de vraag of belastinggeld op een juiste manier besteed wordt.
Een dergelijke werkwijze kan wel tot schrijnende situaties leiden bij ondernemingen die een verklaring met een redelijke mate van zekerheid nodig hebben, maar waarbij sprake is van genoemde inherente beperkingen, zoals ondernemingen waarbij als gevolg van de omvang van de onderneming of corona-gerelateerde omstandigheden de administratieve organisatie en interne beheersing (AO/IB) (tijdelijk) ontoereikend is geworden ondanks de grootte van hun organisatie. Deze situaties leiden ertoe dat er geen redelijke mate van zekerheid kan worden verschaft, maar waarin de accountant aangeeft dat een dergelijke oordeelonthouding uitsluitend komt door inherente beperkingen op grond van Standaard 3900N. De accountant geeft dit dan in zijn oordeelonthouding aan conform de aanwijzingen zoals opgenomen in het accountantsprotocol. Dit betekent dat de minister van SZW en UWV erop kunnen vertrouwen dat er volgens de accountant geen andere aangelegenheden zijn die tot een niet-goedkeurend oordeel zouden hebben geleid dat de in de aanvraag tot vaststelling opgenomen gegevens over de netto-omzet en de netto-omzetdaling niet in alle van materieel belang zijnde aspecten zijn opgesteld in overeenstemming met de vereisten bij of krachtens de NOW 1-regeling. Een werkgever heeft zich ook in die gevallen niet voldoende aan zijn subsidieverplichting kunnen houden of gehouden. Het geheel terugvorderen van het subsidievoorschot wordt in die gevallen echter niet proportioneel geacht.
Daarom wordt in een beleidsregel vastgelegd dat indien de accountant niet tot een goedkeurend oordeel met een redelijke mate van zekerheid kan komen, maar waarin een oordeelonthouding uitsluitend vanwege inherente beperkingen wordt afgegeven de subsidie wel zal worden vastgesteld, maar op een lager bedrag. Mede vanwege de grootte van de aantallen ondernemingen wordt hierbij een vaste korting toegepast indien deze situaties zich voordoen. Een korting van 10% wordt in deze gevallen proportioneel geacht. De betreffende beleidsregel waarin dit wordt vastgelegd wordt komende weken in de Staatscourant gepubliceerd.
Derdenverklaring
Naast de ondernemingen die voor de NOW-subsidie een accountantsverklaring nodig hebben zijn er ook de ondernemingen die een zogenaamde derdenverklaring nodig hebben bij een voorschot boven de €20.000,- of een subsidie boven de €25.000,-. De ondernemingen die een voorschot ontvangen van €20.000,- of meer dan wel die een subsidie aanvraagt van €25.000, maar onder de drempel blijven van €100,000 respectievelijk €125.000, vertegenwoordigen gezamenlijk circa 30% van het totale aantal aanvragers in de eerste NOW-regeling, die ongeveer 24% van het totale voorschotbedrag hebben ontvangen. Een derdenverklaring kan door een accountant, maar ook door een administratiekantoor, belastingconsulent of boekhouder afgegeven worden.
Afgelopen weken is het formulier voor deze verklaring met diverse partijen besproken. Dit formulier zal ik komende weken vaststellen en publiceren. Ook hierbij is een afweging gemaakt tussen het beheersen van de risico’s op misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O-risico’s) van de NOW-subsidie enerzijds en de administratieve lasten voor ondernemingen anderzijds. De derdenverklaring zal een aantal werkzaamheden vragen van de onafhankelijk deskundige, dat beperkter is dan hetgeen bij bovenstaande accountantsverklaringen wordt gevraagd. Ongeveer 60% van de aanvragers heeft naar verwachting geen verklaring nodig bij hun vaststelling, aangezien zij een voorschot hebben ontvangen onder de €20.000,-. Voor organisaties die geen accountantsverklaring nodig hebben geldt dat er risicogericht onderzoek wordt gedaan.
Opzettelijke regelovertreding
Op dit moment ontvangen UWV en de Inspectie SZW helaas ook meldingen over het vermoeden van opzettelijke regelovertreding door werkgevers die NOW ontvangen, meldt de minister. De NOW is ondanks een aantal waarborgen een regeling met frauderisico’s. SZW en UWV werken samen om zicht te houden op de uitvoering van de NOW en om gezamenlijk de misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O)-aanpak verder te versterken. De Inspectie SZW onderzoekt de eigen meldingen en voorziet UWV van informatie. Op dit moment heeft een aantal meldingen tot een opsporingsonderzoek van het openbaar ministerie geleid.
Bron: SZW / Accountancy Vanmorgen