Hoge Raad keurt ‘discriminerende’ herstelwet box 3 af
De Hoge Raad keurt de huidige herstelregeling voor Nederlanders die de afgelopen jaren mogelijk te veel belasting hebben betaald op hun beleggingen, af. Volgens de hoogste gerechtelijke instantie is de herstelwet nog steeds ‘discriminerend’ omdat daarin wordt uitgegaan van geschatte inkomsten en niet van werkelijk rendement.
Beleggers kunnen bij aanslagen over de voorafgaande jaren een beroep doen op de uitspraak. De overheid zal hierdoor naar verwachting miljarden aan belastinginkomsten mislopen.
De zaak draait om de vermogensrendementsheffing in box 3. De Hoge Raad oordeelde in 2021 dat de in 2017 ingevoerde heffing onrechtmatig was, omdat er bij de berekening gebruik werd gemaakt van fictieve rendementen. De Staat moest de gedupeerde belastingbetalers compenseren. Het ministerie van Financiën kwam met een herstelwet, maar die voldoet nog steeds niet, oordeelt de Hoge Raad.
De voor de Nederlandse inkomstenbelastingheffing in box 3 toepasselijke wetgeving “schendt nog steeds het verdragsrechtelijke discriminatieverbod en het eigendomsgrondrecht”, aldus de Hoge Raad. In een aantal uitspraken van donderdag geeft de Hoge Raad nadere regels voor de berekening van werkelijke rendement en voor het rechtsherstel dat moet worden geboden in gevallen waarin het verdragsrecht is geschonden.
“Het werkelijke rendement omvat niet alleen voordelen die uit vermogensbestanddelen worden getrokken, zoals rente, dividend en huur, maar ook positieve en negatieve waardeveranderingen van die vermogensbestanddelen. Ook ongerealiseerde waardeveranderingen behoren tot het werkelijke rendement”, aldus de Hoge Raad.
Als het geschatte rendement hoger is dan het werkelijke rendement, is sprake van een “inbreuk op het discriminatieverbod in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens”, oordeelt de hoogste rechter. “In die gevallen moet rechtsherstel worden gepleegd”.
In de loop van de dag publiceert TaxLive samenvattingen van de gepubliceerde arresten.
Bron: Hoge Raad